tak
Niet te verwarren met: TAK |
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- tak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tak | takken |
verkleinwoord | takje | takjes |
Zelfstandig naamwoord
de tak m
- (plantkunde) een deel van een boom of struik dat aan de stam vastzit en waaraan bladeren groeien
- (economie) een aftakking in een denkbeeldige boom (-> bedrijfstak, handelstak, industrietak etc.)
- deel van een stamboom
- ▸ Acht ouders (die de ‘oude takken’ werden genoemd) met tien kinderen tussen de acht en dertien jaar.[3]
Verwante begrippen
Holoniemen
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
Typische woordcombinaties
- [2] tak van sport
Uitdrukkingen en gezegden
- Met wortel en tak uitroeien
iets volledig bestrijden om er geen last meer van te hebben
- Van de hak op de tak springen
steeds weer van onderwerp wisselen en geen duidelijke rode draad in een verhaal hebben
Anagrammen
Vertalingen
1. een deel van een boom of struik
Gangbaarheid
- Het woord tak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tak" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "tak" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ tak op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Afrikaans
Uitspraak
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tak | takke |
Zelfstandig naamwoord
tak
Deens
Uitspraak
- IPA: /tak/
Tussenwerpsel
tak
Verwijzingen
- tak in: Det Danske Sprog- og LitteraturselskabDen Dankse Ordbog op website:ordnet.dk
Faeröers
Uitspraak
- IPA: /tɛak/
Zelfstandig naamwoord
tak o
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | tak | takið | tøk | tøkini |
genitief | taks | taksins | taka | takanna |
datief | taki | takinum | tøkum | tøkunum |
accusatief | tak | takið | tøk | tøkini |
Indonesisch
Uitspraak
- IPA: /tak/
Woordafbreking
- tak
Woordherkomst en -opbouw
- verkorte vorm van tidak
Bijwoord
tak
- nee; ontkenning die betrekking heeft op gezegde of bepaling
- «Bisa bicara bahasa Inggris? - Tak.»
- Spreekt u Engels? - Nee.
- «Bisa bicara bahasa Inggris? - Tak.»
- niet; ontkenning van gezegde of bepaling
- «tak adil»
- onrechtvaardig
- «tak adil»
Synoniemen
Lets
Voegwoord
tak
Partikel
tak
- maar echt, heus
Noors
Uitspraak
Woordafbreking
- tak
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
tak o
- dak
- «Bil kjørte av veien og havnet på taket ved E6 i Skjeberg.»
- Een Auto reed van de weg en belandde op het dak op de E6 in Skjeberg.
- «Bil kjørte av veien og havnet på taket ved E6 i Skjeberg.»
- plafond
- (figuurlijk) bovengrens
- greep
- krachtproef
- vat, greep
- groeve
Verbuiging
o | enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | tak | taket | tak | taka takene |
genitief | taks | takets | taks | takas takenes |
Gelijkklinkende woorden
Synoniemen
- [2] himling
- [4] grep
- [5] styrkeprøve
Afgeleide begrippen
- [1] saltak, skråtak, torvtak
- [2] gipstak
- [4] armtak, få tak i, spatak, stavtak, åretak
- [5] basketak, brytetak, krafttak, ryggtak, skippertak
- [6] håndtak
- [7] grustak, sandtak
Verwante begrippen
- [3] begrensning
- [5] mannjamning, slåsskamp
Nynorsk
Uitspraak
Woordafbreking
- tak
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
tak o
Verbuiging
o | enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | tak | taket | tak | taka |
genitief |
o bijvorm |
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | taki | |||
genitief |
Gelijkklinkende woorden
Synoniemen
- [2] himling
- [4] grep
- [5] styrkeprøve
Afgeleide begrippen
- [1] saltak, skråtak, torvtak
- [2] gipstak
- [4] fangtak, få tak i, mistak, overtak, spadetak, stavtak, symjetak, åretak
- [5] basketak, brytetak, krafttak, ryggtak, skippertak
- [6] handtak
- [7] høytak, sandtak
Verwante begrippen
- [3] avgrensing
- [5] mannjamning
Pools
Uitspraak
Bijwoord
tak
Anagrammen
Tsjechisch
Uitspraak
Woordafbreking
- tak
Bijwoord
tak
Schrijfwijzen
- Oude schrijfwijze: tako
Afgeleide begrippen
Typische woordcombinaties
Anagrammen
Verwante begrippen
Verwijzingen
- Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český ČR (Tsjechisch)
- Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český ČR (Tsjechisch)
- Příruční slovník jazyka českého - Ústav pro jazyk český ČR (Tsjechisch)
Zweeds
Uitspraak
Zelfstandig naamwoord
tak o
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | tak | taket | tak | taken |
genitief | taks | takets | taks | takens |