Nederlands

 
tafelzilver
Uitspraak
Woordafbreking
  • ta·fel·zil·ver
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tafelzilver
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

tafelzilver o [1]

  1. (huishouden) zilveren voorwerpen voor op tafel inclusief het zilveren vaatwerk
    • De premier was onderhoudend en hield van dineren in stijl. Het tafelzilver leek gepoetst en de kaarsen stonden perfect recht in hun antieke kandelaar. [2] 
    • Bijna had het Congres het Washington Monument met een schitterende bekleding van aluminium bedekt om te laten zien wat een superieure en welvarende natie we waren geworden, en de Franse keizerlijke familie deed in die tijd het tafelzilver voor staatsbanketten weg om deze door aluminium te vervangen. Men moest en zou de trend volgen, hoe onbruikbaar de messen ook waren. [3] 
    • Dat waren nog eens tijden. Vonken uit elkaars neus trekken, gilletjes ontlokken aan gravinnen, het tafelzilver blauwe bliksems laten maken - of er zwarte putjes in slaan. Toen wetenschappelijk onderzoek voornamelijk een tijdverdrijf was voor de adel, ging het er wel eens frivool aan toe. [4] 
  2. (figuurlijk) het meest waardevolle wat iets of iemand bezit
    • In de bestuurskamer van Unilever, Akzo of Shell vinden ze het logisch dat politici meewerken aan het beschermen van het Hollands tafelzilver.[5] 
    • Desondanks gaat de verkwanseling van het publieke tafelzilver, al dan niet in opdracht van, dan wel gedekt door, dan wel met als excuus Europa'gewoon verder, getuige de verkoop van gemeentelijke aandelen in energiebedrijf Eneco dezer dagen.[6] 
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Levander, Anna
    Mo De Morten Trilogie deel 2 [2015] ISBN 9789021456706 pagina 141
  3. Bryson, Bill
    Een kleine geschiedenis van bijna alles Vertaald door Servaas Goddijn [2015] ISBN 978-90-450-2987-0 pagina 316
  4. de Standaard 16 MEI 2017
  5. Tubantia Sandra Phlippen 11-NOVEMBER-2017
  6. Volkskrant Thomas von der Dunk 20 augustus 2017