tafelkleed
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: tafelkleed (hulp, bestand)
- IPA: /ˈtafəlˌklet/
Woordafbreking
- ta·fel·kleed
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van tafel en kleed
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tafelkleed | tafelkleden |
verkleinwoord | tafelkleedje | tafelkleedjes |
Zelfstandig naamwoord
het tafelkleed o
- (huishouden), (textiel) kleed dat als bescherming of versiering over een tafel ligt
- Na het diner zat het tafelkleed vol vlekken.
Synoniemen
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen
kleed dat als bescherming of versiering over een tafel ligt
Gangbaarheid
- Het woord tafelkleed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tafelkleed" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be