Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sys·teem
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘stelsel, methode’ voor het eerst aangetroffen in 1735 [1]
  • Via het Latijnse systema ontleend aan het Oudgriekse σύστημα (sustēma; "geheel, systeem, samenstelling").
enkelvoud meervoud
naamwoord systeem systemen
verkleinwoord systeempje systeempjes

Zelfstandig naamwoord

het systeemo

  1. een uit meerdere interagerende onderdelen bestaand stelsel dat als geheel toegevoegde eigenschappen heeft
    • Het systeem dat Wikimedia voor haar projecten gebruikt, is erg flexibel. 
     Thuis had ik een systeem in elkaar geknutseld met klittenband die de paraplu aan mijn rugzak bevestigde, waardoor ik mijn handen vrijhield voor mijn wandelstokken.[2]
  2. methode om iets te doen
     Ze moesten het materiaal dus verwarmen met vuur en bovendien een systeem bedenken om de stammen boven het vuur om te draaien op ongeveer dezelfde manier als zuiderlingen schapenlichamen boven open vuur roteerden.[3]
Synoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. "systeem" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  3. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044628142
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be