surly
Engels
Uitspraak
- Geluid: surly (VS) (hulp, bestand)
- IPA: /ˈsɜːlɪ/
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Middelengelse bijvoeglijke naamwoord sirly, dat van het Engelse zelfsstandige naamwoord sir met het achtervoegsel -ly komt.
stellend | vergrotend | overtreffend |
---|---|---|
surly | surlier | surliest |
Bijvoeglijk naamwoord
surly
- bars, nors, nurks, stuurs
- (bijv. om wolken) onheilspellend
Synoniemen
- [1]: gruff
- [1]: (VS) ill-humored, (VK) ill-humoured
- [1]: sullenly
Afgeleide begrippen
Typische woordcombinaties
- [1]: surly answer
een nors antwoord