Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stu·den·ten

Zelfstandig naamwoord

de studentenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord student


Noors

Woordafbreking
  • stu·den·ten

Zelfstandig naamwoord

studenten, m

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van student


Nynorsk

Woordafbreking
  • stu·den·ten

Zelfstandig naamwoord

studenten, m

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van student