strijker
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- strij·ker
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van strijken met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | strijker | strijkers |
verkleinwoord | strijkertje | strijkertjes |
Zelfstandig naamwoord
de strijker m
- (muziek), (beroep) iemand die (beroepsmatig) een strijkinstrument bespeelt
- De strijker speelt een virtuoze solo.
Hyperoniemen
Hyponiemen
Verwante begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord strijker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "strijker" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be