steriliseren

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  steriliseren    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ste·ri·li·se·ren

Woordherkomst en -opbouw

• Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘vrijmaken van ziektekiemen’ voor het eerst aangetroffen in 1904
• afgeleid van het Franse stériliser (met het achtervoegsel -iseren)

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
steriliseren	steriliseerde	gesteriliseerd
zwak -d	volledig

Werkwoord

steriliseren

1. overgankelijk, (medisch) gericht doden van micro-organismen op een oppervlak totdat de kans dat dergelijke organismen nog levend op het oppervlak aangetroffen worden, kleiner is dan 1 op een miljoen
2. overgankelijk, (medisch) onvruchtbaar maken

Verwante begrippen

• ontsmetten
• reinigen
• steriel

Afgeleide begrippen

• sterilisatie, sterilisator, steriliseerkast, steriliseerketel, steriliseerpot, steriliseertoestel

Vertalingen

    1. iets vrij maken van micro-organismen   

Duits: sterilisieren (de) Engels: sterilize (en) Esperanto: steriligi (eo)

Frans: stériliser (fr) Portugees: esterilizar (pt) Spaans: esterilizar (es)

    2. onvruchtbaar maken   

Duits: sterilisieren (de) Engels: sterilize (en) Esperanto: steriligi (eo) Frans: stériliser (fr)

Italiaans: sterilizzare (it) Portugees: esterilizar (pt) Spaans: esterilizar (es)

Gangbaarheid

• Het woord steriliseren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "steriliseren" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
98 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.