Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stel·de op
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
opstellen

stelde op

  1. enkelvoud verleden tijd van opstellen
    • Ik stelde op. 
    • Jij stelde op. 
    • Hij, zij, het stelde op. 


Gangbaarheid