Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • star
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen star starder starst
verbogen starre stardere starste
partitief stars starders -

Bijvoeglijk naamwoord

[A] star

  1. verstijfd en onbuigzaam
    • De starre houding van de apartheidsregering leidde tot haar isolement. 
     Misschien ligt het aan mij, maar veel mannen worden met het verstrijken van de jaren star en steeds minder flexibel.[4]
     Ik was er op een bepaalde manier altijd trots op geweest dat ik nog nooit een joint had gerookt, maar realiseerde me dat dit misschien wel de starre houding van een oude man was geworden.[4]
     Hoewel de meeste mechanische eigenschappen vergelijkbaar zijn met die van op conventionele wijze vervaardigde onderdelen, zijn ze alleen erg star.[5]
Antoniemen
Afgeleide begrippen
[B] enkelvoud meervoud
naamwoord star starren
verkleinwoord starretje starretjes

Zelfstandig naamwoord

[B] de starv / m

  1. (verouderd) een van de lichtpunten aan de nachtelijke hemel die maar heel traag van plaats lijken te veranderen
     Nog glanst de star in 't hemelblauw (…)[6]
[C] enkelvoud meervoud
naamwoord star stars
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

[C] de starm

  1. (kunst), (media), (persoon) beroemde kunstzinnige persoon, m.n. een zanger/zangeres of acteur/actrice
     Naast de Cinemart en de brede blik die het programma biedt op meer dan alleen de traditioneel-alternatieve films, naast de komst van een glamourgast als Karen Black die, zoals het een star betaamt, arriveerde met zes koffers in twee taxi's, presenteert het festival nu ook producten uit het commerciële filmcircuit.[7]
Synoniemen
Hyponiemen
Anagrammen

Gangbaarheid

94 % van de Nederlanders;
89 % van de Vlamingen.[8]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. star (strak) op website: Etymologiebank.nl
  2. 2,0 2,1 "star" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  3. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  4. 4,0 4,1
    Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  5.   Weblink bron
    Rob van den Berg
    “Australiërs maken snel aluminium vormen uit poeder” (30 augustus 2003) op nrc.nl  
  6.   Weblink bron
    Jacob Stinissen
    Poëzie. : Een lentemorgen. in: De Vlaamsche Kunstbode., jrg. 4 nr. 5 (mei 1874), Kunstbode, Antwerpen, p. 204 op Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren  
  7.   Weblink bron
    Joyce Roodnat
    “Eureka, de meeste complexe film van exuberante Roeg” (1 februari 1984) op nrc.nl  
  8.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


Engels

Zelfstandig naamwoord

star

  1. (astronomie) ster [1]
  2. (persoon) ster [2], vedette
Anagrammen


Frans

Uitspraak
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  star     le star     stars     les stars  

Zelfstandig naamwoord

star m

  1. beroemdheid, ster [2], vedette


Oppersorbisch

Zelfstandig naamwoord

star m

  1. (persoon) ster