Nederlands

Uitspraak

(heteroniem)

Woordafbreking
  • [A] spe·ci·es
  • [B] spe·cies
Woordherkomst en -opbouw
[A] enkelvoud meervoud
naamwoord species species
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

[A] de speciesv

  1. (biologie) soort, diersoort, plantensoort
Verwante begrippen
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

de [B] speciesmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord specie
Synoniemen

Gangbaarheid

81 % van de Nederlanders;
85 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


Engels

Uitspraak
enkelvoud meervoud
species species

Zelfstandig naamwoord

  1. (biologie) soort, diersoort, plantensoort.