Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • spa·tie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘woordscheiding’ voor het eerst aangetroffen in 1892 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord spatie spaties
verkleinwoord spatietje spatietjes

Zelfstandig naamwoord

de spatiev

  1. (typografie) tussenruimte tussen twee letters, tekens of woorden
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen