Nederlands

 
Rups van de spanner-familie
Uitspraak
Woordafbreking
  • span·ner
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord spanner spanners
verkleinwoord spannertje spannertjes

Zelfstandig naamwoord

spanner m [2]

  1. (werktuigbouwkunde), (gereedschap) voorwerp om iets mee onder spanning te zetten
  2. (vlinders) vlinder van de familie Geometridae  , waarvan de rupsen zich door spannen voortbewegen
Synoniemen
Hyponiemen
Vertalingen
Vertalingen

Gangbaarheid

88 % van de Nederlanders;
81 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen