Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sloeg ach·ter·over
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
achteroverslaan

sloeg achterover

  1. enkelvoud verleden tijd van achteroverslaan
    • Ik sloeg achterover. 
    • Jij sloeg achterover. 
    • Hij, zij, het sloeg achterover. 


Gangbaarheid