slijter
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- slij·ter
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van slijten met het achtervoegsel -er [1][2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | slijter | slijters |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de slijter m
- (beroep) verkoper (vooral van van wijn en sterke drank)
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord slijter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "slijter" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ slijter op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be