Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • slaat ach·ter·over
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
achteroverslaan

slaat (…) achterover

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van achteroverslaan
    • Jij slaat achterover. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van achteroverslaan
    • Hij slaat achterover. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van achteroverslaan
    • Slaat achterover! 

Gangbaarheid