scherm
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- scherm
Woordherkomst en -opbouw
- erfwoord via Middelnederlands scherm van Oudnederlands skirm, in de betekenis van ‘bescherming’ aangetroffen vanaf 1100 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | scherm | schermen |
verkleinwoord | schermpje | schermpjes |
Zelfstandig naamwoord
het scherm o
- wat dient om te zorgen dat je iets niet kunt zien, of ter bescherming
- een schut tegen het directe zonlicht
- een paravent
- (toneel) een gordijnachtige doek in een schouwburg
- een overdekking aan een steiger (ongevallenpreventie)
- een schut tegen zicht of wind
- een parachute
- vlak waarop beelden en teksten worden geprojecteerd
- (techniek), (informatica) een monitor van een technisch toestel
- een onderdeel van een bioscoop
- een projectiescherm
- een bloeiwijze waarbij alle zijassen (bloemstelen) uit één punt ontspringen
Synoniemen
- [1.2]: schot, schutsel
- [1.3]: toneelgordijn, toneelwand
- [2.1]: beeldscherm, monitor, screen
- [2.2]: projectiedoek
Hyperoniemen
- [1]: afscherming, afschutting, beschutting, schut
- [1.2]: zichtwering
- [1.4]: overdekking
- [2]: projectievlak
- [5]: bloeiwijze
Hyponiemen
- [1] dam, stuw
- [1.1]: zonnescherm
- [1.2]: kamerscherm
- [1.4]: valscherm
- [1.5]: natuurscherm, windscherm
- [1.6]: valscherm
Verwante begrippen
- [1]: beschermen
- [2.1]: buis
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
|
Typische woordcombinaties
- [1.3]: het scherm ophalen
- [1.3]: het scherm laten zakken
- [2.3]: dia's op het scherm projecteren
Uitdrukkingen en gezegden
- [1.5] achter de schermen
Vertalingen
1. wat dient om te zorgen dat je iets niet kunt zien, of ter bescherming
1.1. een schut tegen het directe zonlicht
1.2. een schut tegen het directe zonlicht
1.5. een schut tegen zicht of wind
2.1. een monitor van een technisch toestel
2.3. een projectiescherm
achter de schermen
|
het scherm ophalen
|
het scherm laten zakken
|
dia's op het scherm projecteren
|
Werkwoord
vervoeging van |
---|
schermen |
scherm
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schermen
- Ik scherm.
- gebiedende wijs van schermen
- Scherm!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schermen
- Scherm je?
Gangbaarheid
- Het woord scherm staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "scherm" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Oudnederlands Woordenboek
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Nedersaksisch
Zelfstandig naamwoord
scherm
Veluws
Zelfstandig naamwoord
scherm