saba
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sa·ba
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
saba
- (Jiddisch-Hebreeuws) sjabbat, zevende dag van de week, zaterdag, joodse rustdag
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord 'saba' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.