resusfactor
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: resusfactor (hulp, bestand)
Woordafbreking
- re·sus·fac·tor
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | resusfactor | resusfactoren |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- (biologie) antigene factor in het bloed
Schrijfwijzen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord resusfactor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "resusfactor" herkend door:
83 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "resusfactor" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ resusfactor op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be