Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·for·ma·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord reformatie reformaties
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de reformatiev [3]

  1. hervorming, herstelling (tot een vroegere, als beter beschouwde toestand), vernieuwing, verbetering
Synoniemen
Hyponiemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen