razón
Spaans
Uitspraak
- IPA: /ra.'θon/
Woordafbreking
- ra·zón
enkelvoud | meervoud |
---|---|
razón | razónes |
Zelfstandig naamwoord
razón v
- rede, verstand, intelligentie
- gelijk
- reden, argument, motief, aanleiding, beweegreden, drijfveer
- (wiskunde) verhouding
- informatie
Synoniemen
- [1] inteligencia
- [3] motivo