Een puntenslijper.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pun·ten·slij·per
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord puntenslijper puntenslijpers
verkleinwoord puntenslijpertje puntenslijpertjes

Zelfstandig naamwoord

de puntenslijperm

  1. taps toelopende houder met een mesje dat bedoeld is voor het aanslijpen van een verse punt aan een potlood
    • Ik ben m'n puntenslijper kwijtgeraakt op school. 
Synoniemen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid