primaatje
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pri·ma·tje
Zelfstandig naamwoord
het primaatje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord prima
Woordafbreking
- pri·maat·je
Zelfstandig naamwoord
het primaatje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord primaat