Startpagina
Willekeurig
Aanmelden
Instellingen
Financieel bijdragen
Over WikiWoordenboek
Disclaimers
Zoeken
prepositie
Taal
Volgen
Bewerken
Inhoud
1
Nederlands
1.1
Uitspraak
1.2
Woordafbreking
1.3
Woordherkomst en -opbouw
1.4
Zelfstandig naamwoord
1.4.1
Afgeleide begrippen
1.5
Gangbaarheid
1.6
Meer informatie
1.7
Verwijzingen
Nederlands
Uitspraak
Geluid
:
prepositie
(
hulp
,
bestand
)
Woordafbreking
pre·po·si·tie
Woordherkomst en -opbouw
Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘voorzetsel’ voor het eerst aangetroffen in 1548
[1]
afgeleid van
positie
met het voorvoegsel
pre-
[2]
enkelvoud
meervoud
naamwoord
prepositie
preposities
verkleinwoord
prepositietje
prepositietjes
Zelfstandig naamwoord
de
prepositie
v
/
m
(
grammatica
)
voorzetsel
,
kastwoord
Een
prepositie
of voorzetsel wordt ook wel een
kastwoord
genoemd: je kunt een combinatie maken van
prepositie
+ kast zoals bijvoorbeeld in de kast, op de kast, achter de kast waarbij
in
,
op
en
achter
voorzetsels zijn.
Op
,
in
,
achter
,
boven
,
onder
,
naast
, en
tegen
zijn allemaal
preposities
.
Afgeleide begrippen
prepositief
Gangbaarheid
Het woord
prepositie
staat in de
Woordenlijst Nederlandse Taal
van de Nederlandse Taalunie.
In
onderzoek uit 2013
van het
Centrum voor Leesonderzoek
werd "prepositie" herkend door:
91 %
van de Nederlanders;
88 %
van de Vlamingen.
[3]
Meer informatie
Zie
Wikipedia
voor meer informatie.
Verwijzingen
↑
"prepositie" in:
Sijs, Nicoline van der
,
Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen
, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
;
ISBN 90 204 2045 3
↑
prepositie
op website: Etymologiebank.nl
↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019
“Word Prevalence Values” op ugent.be