prater
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pra·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | prater | praters |
verkleinwoord | pratertje | pratertjes |
Zelfstandig naamwoord
de prater m
- iemand die (veel) praat
- Geen prater zijn.
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord prater staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "prater" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Noors
Woordafbreking
- pra·ter
Werkwoord
prater
- tegenwoordige tijd van prate