Nederlands

Uitspraak
Gelijkklinkende woorden
Woordafbreking
  • pra·te

Werkwoord

vervoeging van
praten

prate

  1. aanvoegende wijs van praten
     Wanneer wij de openbare mening zuiver peilen, dan is ze van mening, dat een Europese Eenheid inderdaad gewenst is - natuurlijk! - maar dat men er niet te veel over spreken moet; men ga thans tot daden over en prate niet te veel!...[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Hendrik Brugmans
    De ‘Europese Beweging’ : Een overzicht in: De Gids., jrg. 112 deel 3 nr. (juli 1949), P.N. van Kampen & zoon, Amsterdam, p. 11/12


Engels

Uitspraak
vervoeging
onbepaalde wijs to  prate 
he/she/it  prates 
verleden tijd  prated 
voltooid
deelwoord
 prated 
onvoltooid
deelwoord
 prating 
gebiedende wijs  prate 

Werkwoord

prate

  1. bazelen, babbelen
enkelvoud meervoud
prate prates

Zelfstandig naamwoord

prate

  1. gebazel


Fries

Werkwoord

prate

  1. praten


Nynorsk

Uitspraak
Woordafbreking
  • pra·te

Bijvoeglijk naamwoord

prate

  1. onbepaald onzijdig enkelvoud stellende trap van praten
Schrijfwijzen