Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pots
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘grap’ voor het eerst aangetroffen in 1704 [1] [2] [3] [4]
enkelvoud meervoud
naamwoord pots potsen
verkleinwoord potsje potsjes

Zelfstandig naamwoord

pots v / m [5] [6]

  1. grap, poets [7]
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Anagrammen
Vertalingen

Gangbaarheid

34 % van de Nederlanders;
55 % van de Vlamingen.[8]

Verwijzingen