Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pos·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord poster posters
verkleinwoord postertje postertjes

Zelfstandig naamwoord

de posterm

  1. iemand die iets post
  2. een papieren vel dat opgehangen wordt
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen


Turks

Woordafbreking
  • pos·ter
enkelvoud meervoud
nominatief   poster     posterler  
genitief   posterin     posterlerin  
datief   postere     posterlere  
accusatief   posteri     posterleri  
locatief   posterde     posterlerde  
ablatief   posterden     posterlerden  

Zelfstandig naamwoord

poster

  1. poster (decoratief of aandachttrekkend vel papier dat opgehangen wordt)