Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: poëma


Nederlands

 
1. Een poema op een boomtak.
Uitspraak
Woordafbreking
  • poe·ma
Woordherkomst en -opbouw
  • van Spaans puma, in de betekenis van ‘katachtige’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1770 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord poema poema's
verkleinwoord poemaatje poemaatjes

Zelfstandig naamwoord

de poemam

  1. (roofdieren) bepaald soort zoogdier, Puma concolor  , groot katachtig roofdier, dat in geheel Midden– en Zuid Amerika leeft
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen


Afrikaans

Zelfstandig naamwoord

poema

  1. (roofdieren) poema; een groot katachtig roofdier
Synoniemen

Meer informatie


Italiaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • po·e·ma
enkelvoud meervoud
poema poemi

Zelfstandig naamwoord

poema m

  1. (letterkunde) gedicht


Spaans

enkelvoud meervoud
poema poemas

Zelfstandig naamwoord

poema m

  1. (letterkunde) gedicht