plassen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- plas·sen
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘urineren’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1950 [1]
- In de betekenis van ‘in water bewegen, klotsen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1599 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
plassen |
plaste |
geplast |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
plassen
- inergatief urineren, wateren
- Hij heeft per ongeluk in zijn broek geplast.
- ▸ Ze waren naar buiten gegaan om te plassen maar werden daar plotseling omringd door een blauwe lichtbol.[2]
Vertalingen
Zelfstandig naamwoord
de plassen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord plas
Gangbaarheid
- Het woord plassen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "plassen" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ 1,0 1,1 "plassen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Noors
Uitspraak
Woordafbreking
- plas·sen
Naar frequentie | 2256 |
---|
Zelfstandig naamwoord
plassen
- nominatief bepaald mannelijk enkelvoud van plass
Nynorsk
Uitspraak
Woordafbreking
- plas·sen
Zelfstandig naamwoord
plassen
- nominatief bepaald mannelijk enkelvoud van plass