planta
Frans
Werkwoord
vervoeging van |
---|
planter |
planta
- derde persoon enkelvoud verleden tijd (passé simple) van planter
Noors
Uitspraak
Woordafbreking
- plan·ta
Naar frequentie | 26283 |
---|
Werkwoord
planta
- verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van plante
Schrijfwijzen
Werkwoord
har planta
- voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van plante
Schrijfwijzen
Werkwoord
planta
- voltooid (verleden) deelwoord bedrijvende vorm van plante
Schrijfwijzen
Zelfstandig naamwoord
planta
- nominatief bepaald vrouwelijk enkelvoud van plante
Schrijfwijzen
Nynorsk
Uitspraak
Woordafbreking
- plan·ta
Werkwoord
planta
- onbepaalde wijs, tweede vorm naast plante, zie aldaar
Werkwoord
planta
- verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van planta
Werkwoord
har planta
- voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van planta
Werkwoord
planta
- voltooid (verleden) deelwoord bedrijvende vorm van planta
Werkwoord
planta
- tegenwoordige tijd gebiedende wijs van planta
Schrijfwijzen
Werkwoord
planta
- verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van plante
Werkwoord
har plante
- voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van plante
Werkwoord
planta
- voltooid (verleden) deelwoord bedrijvende vorm van plante
Werkwoord
planta
- tegenwoordige tijd gebiedende wijs van plante
Schrijfwijzen
Zelfstandig naamwoord
planta
- nominatief bepaald vrouwelijk enkelvoud van plante
Schrijfwijzen
Zelfstandig naamwoord
planta
Verwijzingen
- ↑ Taalhervorming vanaf 1 augustus 2012:
Ny rettskriving for 2000-talet, punt 3.1.4 (in het Nynorsk)
Portugees
enkelvoud | meervoud |
---|---|
planta | plantas |
Zelfstandig naamwoord
planta v
Spaans
Uitspraak
Woordafbreking
- plan·ta
enkelvoud | meervoud |
---|---|
planta | plantas |
Zelfstandig naamwoord
planta v
- plant
- verdieping (gebouw)
- ~ del pie voetzool
Synoniemen
- [2] piso
Werkwoord
vervoeging van |
---|
plantar |
planta