Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • plaats·naam
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord plaatsnaam plaatsnamen
verkleinwoord plaatsnaampje plaatsnaampjes

Zelfstandig naamwoord

de plaatsnaamm

  1. de naam van een stad of dorp
    • Als je een stad of dorp inrijdt zie je een blauw rechthoekig bord met de plaatsnaam. 
    • In Friesland hebben steden en dorpen twee plaatsnamen: een in het Nederlands de andere in het Fries. 
Synoniemen
  1. toponiem
Afgeleide begrippen

Meer informatie

Gangbaarheid