Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Perspers.


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pers
Woordherkomst en -opbouw
  • [A]: via Middelnederlands  perse zn  van laat Latijn pressa [1]
    • [A] 2.: van Frans presse, in de betekenis van ‘drukpers’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1641 [2]
  • [B]: van het demoniem Pers "iemand uit Perzië"
    • [B] 1.: In de betekenis van ‘oosters tapijt’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1961 [2]
    • [B] 2.: In de betekenis van ‘kattensoort’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1971 [2]
[A] 1. enkelvoud meervoud
naamwoord pers persen
verkleinwoord persje persjes
[A] 2. enkelvoud meervoud
naamwoord pers -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

[A] de persv / m

  1. (gereedschap) instrument waarmee druk uitgeoefend kan worden
  2. (media) (metonymisch) verzamelterm voor journalistieke media
     Denemarken ook nauwelijks, in de pers hadden ze het uitgebreid gehad over de gemoedelijke verhouding tussen de Deense bevolking en de Duitse gasten. De koning en de regering van Denemarken zaten nog op hun plaats en de samenwerking leek uitstekend te functioneren binnen de Germaanse verbroedering.[3]
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
persen

[A] pers

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van persen
    • Ik pers. 
  2. gebiedende wijs van persen
    • Pers! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van persen
    • Pers je? 
[B] enkelvoud meervoud
naamwoord pers perzen
verkleinwoord persje persjes

Zelfstandig naamwoord

[B] de persm

  1. tapijt van een type dat uit Iran afkomstig is
  2. kat van een bepaald langharig ras met een brede kop dat oorspronkelijk uit Iran afkomstig is
Uitdrukkingen en gezegden
  • Een wet van Meden en Perzen zijn
een regel waarvan nooit mag worden afgeweken
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen


Afrikaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • pers
stellend vergrotend overtreffend
pers - -

Bijvoeglijk naamwoord

pers

  1. paars
Synoniemen
enkelvoud meervoud
naamwoord pers perse

Zelfstandig naamwoord

pers

  1. pers
  2. (kleur) paars.
Uitdrukkingen en gezegden
  • die geel pers
    • de sensatiebeluste pers/dagbladen
stamtijd
infinitief voltooid
deelwoord
pers
/pɛrs/
het gepers
/hɛt xəpɛrs/
volledig

Werkwoord

pers

  1. persen
Afgeleide begrippen
Schrijfwijzen
  • Arabische transcriptie: پَِرْسْ.


Engels

Afkorting

pers

  1. afkorting van Persian (Perzisch).


Frans

Uitspraak
Woordafbreking
  • pers
Woordherkomst en -opbouw
  enkelvoud meervoud
  mannelijk   pers pers
  vrouwelijk   - -

Bijvoeglijk naamwoord

pers

  1. (kleur) een bepaalde kleur tussen blauw en groen hebbend.
    «Minerve aux yeux pers
    Minerva met de blauwgroene ogen.
Gelijkklinkende woorden
Synoniemen


Koerdisch

Zelfstandig naamwoord

pers

  1. vraag
Synoniemen


Zweeds

Afkorting

pers

  1. afkorting voor person/personer (persoon/personen).

Zelfstandig naamwoord

  1. (sport), (afkorting) persoonlijk record.
    «Det är svårt att slå pers i varje tävling.»
    Het is moeilijk om je persoonlijke record elke wedstrijd te breken.
Synoniemen