Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pa·rel·moer·vlin·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord parelmoervlinder parelmoervlinders
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de parelmoervlinderm

  1. (vlinders) een vlinder uit de onderfamilies Heliconiinae   en Melitaeinae  , waarvan er een aantal in de Benelux voorkomen.
     Parelmoervlinders (Argynnis). Deze Dagvlinders hebben de bovenzijde der vleugels roodgeel met zwarte teekeningen. doch de onderzijde met parelmoervlekken of -strepen. De rupsen leven op viooltjes.[1]
Hyponiemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Sevensma, T.P.
    “Zoek-licht : Nederlandsche encyclopædie voor allen” (1925), Van Loghum Slaterus & Visser