pakker
Niet te verwarren met: Packer |
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pak·ker
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van pakken met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pakker | pakkers |
verkleinwoord | pakkertje | pakkertjes |
Zelfstandig naamwoord
Hyponiemen
Verwante begrippen
- mannelijke vorm van pakster
Gangbaarheid
- Het woord pakker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pakker" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Deens
Woordafbreking
- pak·ker
Zelfstandig naamwoord
pakker, mv
- onbepaalde vorm nominatief meervoud van pakke
Noors
Woordafbreking
- pak·ker
Naar frequentie | 3215 |
---|
Zelfstandig naamwoord
pakker, mv
- onbepaalde vorm nominatief meervoud van pakke