Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op·ge·richt
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: oprichten…
verbogen vorm: opgerichte

opgericht

  1. voltooid deelwoord van oprichten
stellend
onverbogen opgericht
verbogen opgerichte

Bijvoeglijk naamwoord

opgericht

  1. begonnen, gestart
  2. rechtop gezet, overeind gekomen
    • Het recent opgerichte standbeeld is een blikvanger op het plein. 

Gangbaarheid