opbergen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- op·ber·gen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van op bw en bergen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
opbergen |
borg op |
opgeborgen |
klasse 3 | volledig |
Werkwoord
opbergen
- overgankelijk op een veilige plaats wegdoen
- Ik heb m'n paspoort in die la opgeborgen.
Afgeleide begrippen
- opberger, opberghok, opberging, opbergkast, opbergmap, opbergplaats, opbergruimte, opbergsysteem, opbergvak, opbergvakje, opbergzak
Vertalingen
1. op een veilige plaats wegdoen
Gangbaarheid
- Het woord opbergen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "opbergen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be