onvoltooid tegenwoordige tijd

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·vol·tooid te·gen·woor·di·ge tijd
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

enkelvoud meervoud
naamwoord onvoltooid tegenwoordige tijd -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

onvoltooid tegenwoordige tijd

  1. (grammatica) vorm van de tegenwoordige tijd met behulp waarvan over het algemeen het volgende wordt uitgedrukt:
    een handeling die op het moment van spreken bezig is;
    een toestand;
    een gebeurtenis die in de (zeer) nabije toekomst plaats zal vinden;
    een handeling die in het verleden is begonnen en tot op het moment van spreken voortduurt
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie