ontsmetten

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  ontsmetten    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ont·smet·ten

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van smet met het voorvoegsel ont- en met het achtervoegsel -en

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
ontsmetten	ontsmette	ontsmet
zwak -t	volledig

Werkwoord

ontsmetten

1. overgankelijk, (medisch) kleine organismen zoals bacteriën gericht doden
2. overgankelijk besmetting met chemicaliën of radioactieve stoffen ongedaan maken, van smetstoffen ontdoen

Synoniemen

• [1] desinfecteren

Verwante begrippen

• reinigen, steriliseren

Afgeleide begrippen

• ontsmetter, ontsmetting

Vertalingen

    1. kleine organismen zoals bacteriën gericht doden   

Deens: desinficere (da) Duits: desinfizieren (de) Engels: disinfect (en) Esperanto: desinfekti (eo)

Frans: désinfecter (fr) Fries: desynfektearje (fy) Spaans: desinfectar (es) Zweeds: desinficera (sv)

    2. besmetting met chemicaliën of radioacitieve stoffen ongedaan maken   

Engels: decontaminate (en) Frans: décontaminer (fr)

Werkwoord

vervoeging van
ontsmetten

ontsmetten

1. meervoud verleden tijd van ontsmetten
   

   • Wij ontsmetten. 
     
   • Jullie ontsmetten. 
     
   • Zij ontsmetten. 

Gangbaarheid

• Het woord ontsmetten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ontsmetten" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
98 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.