Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·der·zoe·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
onderzoeken
onderzocht
onderzocht
zwak -cht volledig

Werkwoord

onderzoeken

  1. overgankelijk de oorzaak of reden van iets bestuderen
  2. overgankelijk een onderzoek instellen
    • Ik zal die zaak niet onderzoeken, dat doet een andere rechercheur. 
  3. kennis verzamelen om iets beter te begrijpen
     Na een jaar lang plannen, lezen, onderzoeken, sparen en trainen ging mijn avontuur eindelijk beginnen, hoewel ik eigenlijk geen idee had waar ik aan begon.[1]
Verwante begrippen
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

de onderzoekenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord onderzoek
     Geen van de onderzoeken die waren uitgevoerd had antwoord kunnen geven op de vraag waarom de eerste brug in de rivier was gestort en achttien man had gedood.[2]

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044628142
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be