Engels

Uitspraak

nuclear

  1. (natuurkunde) (militair) nucleair, atoom-, kern-
  2. (biologie) met betrekking tot de celkern

Gangbaarheid

98 % van de Amerikanen;
98 % van de Britten.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 18 februari 2020 “Measures of word prevalence for 61,800 English words” op ugent.be


Spaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • nu·cle·ar
Woordherkomst en -opbouw
  enkelvoud meervoud
mannelijk nuclear nucleares
vrouwelijk nuclear nucleares

Bijvoeglijk naamwoord

nuclear

  1. nucleair
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
nuclear
nucleaba
nucleado
volledig

Werkwoord

nuclear

  1. rond een centrum verenigen, consolideren, concentreren

Verwijzingen