ministerio
Spaans
Uitspraak
Woordafbreking
- mi·nis·te·rio
enkelvoud | meervoud |
---|---|
ministerio | ministerios |
Zelfstandig naamwoord
ministerio m
- regering
- het geheel van de verschillende ministeries, waarin de regering van een staat is onderverdeeld
- ministerie
- zowel het gebouw als de functionele eenheid
- minister
- de persoon
- ambtsduur van een minister
- ambtsdienst, waardigheid, bediening
- gebruik, bestemming
- functie, baan, betrekking, post, positie