Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mid·den·vel·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord middenvelder middenvelders
verkleinwoord middenveldertje middenveldertjes

Zelfstandig naamwoord

de middenvelderm

  1. iemand die speelt tussen de voorhoede en de achterhoede
    • Johan Cruijff speelde vaak als middenvelder. 
     De middenvelder had al een lichte dijbeenblessure en hij zou eerst niet van start gaan in de bekerstrijd tegen Roma.[1]


Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Blessure Sneijder, bekerwinst Inter” (Woensdag 5 mei 2010, 23:06), NOS
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be