met twee maten meten

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • met twee ma·ten me·ten
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

met twee maten meten

  1. (figuurlijk) situaties die eigenlijk hetzelfde zijn toch heel anders beoordelen, iemand in een vergelijkbaar geval niet gelijk behandelen
     Het meten met twee maten moet sommigen tot wanhoop drijven: kappers, nagelstylisten, tatoeëerders en horecagelegenheden zitten potdicht, fysiotherapeuten mogen alleen acute zorg op afstand verlenen, bejaarden worden rücksichtslos opgesloten, maar tandartsen en mondhygiënisten, beroepen waarbij je je toch kunt voorstellen dat het virus dichtbij komt, zijn weer in bedrijf.[1]
     De overheid meet met twee maten: wel roken verbieden, maar niet keihard optreden tegen stress in de samenleving.[2]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Marcel van Roosmalen
    “Een heerlijk beroep” (1 mei 2020) op nrc.nl  
  2.   Weblink bron
    Ilja Leonard Pfeijffer
    “Als stress net zo ongezond is als roken, verbied dan ook hard werken” (7 november 2014) op nrc.nl