menselijkheid
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: menselijkheid (hulp, bestand)
- IPA: /ˈmɛnsələkɦɛjt/
Woordafbreking
- men·se·lijk·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | menselijkheid | menselijkheden |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de menselijkheid v
- een eigenschap, die door de menselijke natuur bepaald is
- in het bijzonder de positieve eigenschappen van sommige mensen: menslievendheid, humaniteit
- Het grootste slachtoffer van terrorisme is de mensheid. Echter, het grootste verlies is dat van onze menselijkheid.
Typische woordcombinaties
- iemand met menselijkheid behandelen
- menselijkheid is een eigenschap
- gelet op de betekenis van menselijkheid, in plaats van misdaden tegen de menselijkheid, zou men het beter hebben over misdaden tegen de mensheid of oorlogsmisdaden.
Verwante begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord menselijkheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "menselijkheid" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be