Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mees·ter·werk
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘werk van een gildemeester, voortreffelijk werk’ voor het eerst aangetroffen in 1494 [1]
  • samenstelling van  meester ww  en  werk 
enkelvoud meervoud
naamwoord meesterwerk meesterwerken
verkleinwoord meesterwerkje meesterwerkjes

Zelfstandig naamwoord

het meesterwerko

  1. voortreffelijk werk
     Hebt u het portret gezien boven de haard? U herkent zonder twijfel de markante en nobele trekken van Niccoló Paganini. Ik zal de eerste zijn om uw gelijk te beamen wanneer u zegt dat het in schilderkundig opzicht geen meesterwerk betreft. Het is gemaakt door een brave, mindere meester, die er zelfs in zijn tijd niet om bekendstond dat hij zijn tijd vooruit was.[2]
  2. voornaamste werk van een kunstenaar of geleerde
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen