Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mees·te·res
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord meesteres meesteressen
verkleinwoord meesteresje meesteresjes

Zelfstandig naamwoord

de meesteresv

  1. een vrouw die macht en gezag heeft
  2. een vrouw die uitblinkt in een bepaalde vaardigheid
  3. een vrouwelijke meerdere in een sadomasochistische relatie
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be