Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mea
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

mea

  1. honderd in onderstaande gelukwens:
    «ad mea weësriem sjana!»
    tot honderd en twintig jaar!
Afgeleide begrippen
  • meier "(bankbiljet van) 100 gulden of euro"

Verwijzingen


Latijn

Bezittelijk voornaamwoord

mea

  1. mijn


Spaans

Werkwoord

vervoeging van
mear

mea

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van mear
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van mear