make
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ma·ke
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
maken |
make
- aanvoegende wijs van maken
- Tijdens het werk de geest de vrije teugel te laten is even verkeerd als onder de pauze de hersens over arbeidsobjecten te doen doormalen. Men schudde dus in de vrije ogenblikken alles af, make alle banden los. Men ga desverkiezend languit op de canapé liggen, roke pijp, sigaar of sigaret, als men trek heeft, lope wat heen en weer door kamer of gang, of ga voor het open raam staan en make een aantal kniebuigingen en ademoefeningen. Maar men wachte zich, de tijd te vullen met zwaar lichamelijke arbeid, rompbewegingen of andere afmattende sportverrichtingen. [1]
Gangbaarheid
- Het woord 'make' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
Engels
Uitspraak
Naar frequentie | 46 (werkwoord) |
---|
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to make |
he/she/it | makes |
verleden tijd | made |
voltooid deelwoord |
made |
onvoltooid deelwoord |
making |
gebiedende wijs | make |
Werkwoord
make
Uitdrukkingen en gezegden
- to be made out of money
heel rijk zijn
- to make do
iets doen met gelimiteerde middelen
- to make time
tijd vrijmaken
- to make way
uit de weg gaan
- to make for
gaan naar
- to make off
haastig vertrekken
- to make out
vrijen
- to make up
verzoenen, iets ter plaatse uitvinden
Zweeds
Uitspraak
Woordafbreking
- ma·ke
Zelfstandig naamwoord
make g
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | make | maken | makar | makarna |
genitief | makes | makens | makars | makarna |