liegen

Nederlands

Uitspraak

Geluid: liegen (hulp, bestand)
IPA: /'li.ɣə(n)/

Woordafbreking

lie·gen

Woordherkomst en -opbouw

In de betekenis van ‘onwaarheid spreken’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 901 ^[1]

Werkwoord

liegen

met opzet dingen vertellen die niet de waarheid zijn maar wel als dusdanig worden gepresenteerd
- Lieg niet en vertel me de waarheid!

Uitdrukkingen en gezegden

Glashard liegen

Heel bewust liegen zonder er naar buiten toe blijk van te geven

Het liegt er niet om

Het is heel duidelijk

• In een tafelgesprek zei hij: "Ik verzet me tegen het idee dat het alleen maar een soort jeugdzonde was. Het is een jongen van 18, maar het liegt er niet om."^[2]

Liegen alsof/dat het gedrukt staat

Overduidelijk liegen

Vertalingen

1. met opzet feiten vertellen die niet de waarheid zijn maar wel als dusdanig worden gepresenteerd

Chinees: 說謊 ^(zh), 说谎 ^(zh) (shuōhuǎng)
Deens: lyve ^(da)
Duits: lügen ^(de)
Engels: lie ^(en)
Estisch: valetama ^(et)
Fins: valehdella ^(fi)
Frans: mentir ^(fr)
Grieks: ψεύδομαι ^(el) (psevdome)
Hebreeuws: לשקר ^(he) (Le'sha'ker)
Ido: mentiar ^(io)
IJslands: ljúga ^(is)
Indonesisch: berbohong ^(id)
Italiaans: mentire ^(it)
Japans: 嘘を吐く ^(ja) usowotsuku) ( うそをつく ^(ja)
Koreaans: 거짓말하다 ^(ko) geojitmal hada

Latijn: mentiri ^(la)
Limburgs: lege ^(li)
Malayalam: നുണ ^(ml) (nuNa), കള്ളം ^(ml) (kaLLam)
Noordelijk Sami: gielistit
Noors: lyve ^(no), lyge ^(no), ljuge ^(no), juge ^(no)
Nynorsk: ljuge ⁽ⁿⁿ⁾, lyge ^(no)
Pools: kłamać ^(pl)
Portugees: mentir ^(pt)
Russisch: лгать ^(ru) (lgat’)
Sloveens: lagati ^(sl)
Spaans: mentir ^(es)
Turks: yalan söylemek ^(tr), yalan atmak ^(tr)
Zweeds: ljuga ^(sv)

Zelfstandig naamwoord

liegen

(kaartspel) een eenvoudig kaartspel
- Bij liegen probeer je zo snel mogelijk alle kaarten kwijt te raken.

Vertalingen

1. kaartspel

Engels: bullshit ^(en)

Gangbaarheid

Het woord liegen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "liegen" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
100 %	van de Vlamingen.^[3]

Meer informatie

Zie Wikipedia voor meer informatie.

Meer informatie

Zie Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

↑ "liegen" in:
Sijs, Nicoline van der
, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
↑ NOS 12-02-2018
↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Duits

Uitspraak

Geluid: liegen (hulp, bestand)
Geluid: liegen (hulp, bestand)
IPA: / ˈliːɡn̩ /, / ˈliːɡŋ̩ /

Woordafbreking

lie·gen

Werkwoord

liegen

liggen

[p{{{1}}}-1] "liegen" in:
Sijs, Nicoline van der
, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3

[2] NOS 12-02-2018

[3] Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

[1]

[2]

[3]

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
liegen /'li.ɣə(n)/	loog /lox/	gelogen /ɣə.'lo.ɣə(n)/
klasse 2	volledig

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	liegen	-
verkleinwoord	-	-